Er komt een 45-jarige man bij me, een nuchtere man zoals hij dat zelf zegt, werkzaam als project manager. De laatste twaalf jaar van zijn leven verlopen erg zwaar: hij heeft veel pijn in zijn hele lichaam, en daarbij lijdt hij aan depressie en burn-out. Vele specialisten en psychologen hebben de afgelopen twaalf jaar tevergeefs geprobeerd de oorzaak van zijn klachten te vinden. Onlangs heeft de man goede verhalen gehoord over regressietherapie en alhoewel hij vrij sceptisch is, wil hij graag proberen of hij op deze manier weer gezond kan worden.
Tijdens de sessie blijkt dat spanning de oorzaak van zijn klachten is. Deze spanning is ontstaan doordat hij zich emotioneel heeft afgesloten van zijn afstandelijke moeder en narcistische vader, die hem verschrikkelijk kwetsen. Nooit tonen ze enige vorm van medeleven. Hij voelt zich verdrietig, eenzaam en onbegrepen. De rode draad door zijn leven is dat mensen hem laten stikken, als hij hulp nodig heeft. Letterlijk, want hij vertelt verontwaardigd dat hij als baby bijna is verdronken in zijn badje, terwijl zijn moeder was afgeleid door zijn zus.
Ik denk: “Mijn God, die man heeft vast een bijna-dood ervaring gehad!”
Ik vraag hem zichzelf te ervaren als baby die verdrinkt in bad. Hij voelt hoe hij in paniek raakt en stikt. Dan ziet hij een lange donkere tunnel, die hij in gaat. Het is er stil en hij voelt zich rustig. Plots ontwaart hij een herdershond onder water. De hond zakt steeds verder weg in de diepte. Daarop barst deze nuchtere man in huilen uit. Ik vraag wat er gebeurt. Hij antwoordt geëmotioneerd:
“De hond verdrinkt!”
Ik laat hem als de man van nu de hond uit het water halen en naar het bos brengen waar we de sessie begonnen. Daar blijkt dat het dier geen hond is, maar een wolf. De man bekent dat hij zich sterk verbonden voelt met honden en wolven en dat hij wolven zulke mooie dieren vindt. Ik laat hem zichzelf ervaren als wolf. Hij is een lone wolf, die weet dat hij het zelf kan. Dat maakt dat hij zich rustig en krachtig voelt. Hij heeft niemand nodig. Daarna is hij deels de man en deels de wolf in het bos. De wolf gaat hem en zijn innerlijke kinderen de weg wijzen, als leider van de roedel. Hij is niet meer eenzaam. Met een goed gevoel verlaat de man mijn praktijk. Hij heeft zijn innerlijke gids teruggevonden.